Wedstrijdverslag: IRONMAN Maastricht 2017

“Het is vier uur in de ochtend als de wekker mij ruw uit mijn slaap haalt. Gelukkig maar…” Verslag van dé wedstrijd van het jaar, de IRONMAN Maastricht.

Gelukkig maar, want ik zat net in een enge droom waarin ik pas net voor 12-en wakker schrok, ik me als een idioot naar de start begaf, als een gek het water in dook en ik volledig in de stress schoot bij de gedachte dat ik het never nooit meer zou halen om voor middernacht te finishen. Ach ja, gezonde spanning zullen we maar zeggen.

Stilletjes sta ik op – Romy mag nog even een half uurtje blijven liggen – en begeef me naar de keuken voor een stevig ontbijt. Nu ben ik niet het type van een flink bord pasta op de vroege morgen maar hou het zoals elke ochtend gewoon bij een goed gevulde kom met kwark, een klein beetje muesli en een in stukjes gesneden banaan. Om toch wat extra (snelle) koolhydraten te nuttigen, smeer ik me nog twee witte boterhammetjes met een dikke laag aardbeienjam. Ook de kop koffie sla ik niet over.

Op mijn dooie akkertje eet ik mijn ontbijtje op en kijk nog even wat naar de herhaling van het journaal als Romy ook langzaam dromenland achter zich heeft gelaten en mij een goedemorgen komt wensen. “Hoe voel je je? Al zenuwachtig?” vraagt ze. “Nee, eigenlijk niet. Heb best goed geslapen en voel me eigenlijk prima”, antwoord ik. Misschien komt dat ook wel gewoon omdat ik de laatste paar dagen een enorm zelfvertrouwen heb getankt, er heel zeker van ben dat ik lekker ga zwemmen, een heerlijk stukje ga fietsen en nu al uitkijk naar de laatste 42 kilometer hardlopen over dat door de vele supporters tot een feest gemaakt parcours door het centrum mijn eigen stad Maastricht.



“Het zonnetje is nog niet boven de horizon en bij de zwemstart aan de Maas heerst nog een serene rust.”


Waar Romy voor zichzelf nog wat broodjes smeert en fotocamera en andere spulletjes voor de lange dag in gereedheid brengt, begeef ik me terug naar de badkamer om me in mijn wedstrijdtenue te heffen. Nadat ik nog even enkele bidons met sportdrank heb gevuld en een banaantje in de tas heb gestopt vertrekken we rond kwart over vijf richting de start. Daar aangekomen parkeren we de auto in de parkeergarage onder de event area op de Griend en begeven we ons naar de wisselzone. “Brrr, best fris!” denk ik als we de garage uitliepen. Het zonnetje is nog niet boven de horizon en bij de zwemstart aan de Maas heerst nog een serene rust.

Wisselzone, rolling start triathlon en de Australian Exit

In de wisselzone hangt een relaxte sfeer. Langzaam druppelen alle atleten binnen en begint iedereen aan zijn laatste handelingen voor de start van de wedstrijd. Ik maak mijn fiets nog even wat droog – het heeft die nacht toch vrij onverwacht even stevig doorgeregend – en controleer voor een laatste keer mijn wisseltassen. Helaas waren de armsteunen van mijn fiets door de regen lekker doorweekt geraakt en ook mijn hardloopschoenen waren ondanks de extra plastic zak die ik er omheen gewikkeld had, toch nog wat vochtig geworden. Ach ja, nat zouden ze tijdens het lopen toch wel worden. Wel een leerpuntje voor een volgende keer: ook een plastic zak over zadel en stuur van de fiets.


“Langzaam druppelen alle atleten binnen en begint iedereen aan zijn laatste handelingen voor de start van de wedstrijd.”


Na nog een sanitaire stop, begeef ik me net voor half zeven richting de start. Eerder deze week had ik nog even contact gehad met Sione (Sione Jongstra, meervoudig Nederlands kampioene, met wie ik twee weekjes geleden onverwacht een dagje op trainingspad mocht en daar een leuk contact aan heb overgehouden) om haar te vragen in welk startvak ik het beste kon gaan staan. De IRONMAN Maastricht is nl. sinds vorig jaar een zogenaamde rolling start triathlon waarbij gevraagd wordt om zoveel mogelijk in volgorde van verwachte en reële zwemtijd op te stellen. Afgaand op mijn laatste lange zwemtraining en resultaat tijdens de swim-run in Keulen eerder dit jaar besloten we dat ik het beste halverwege het vak van de 1 uur en 10 minuten kon gaan staan om dan tijdens de wedstrijd een beetje in de benen van een voorganger te gaan liggen.

Zo gezegd zo gedaan. Ik klets nog even wat met clubgenoten, zeg Romy gedag en wacht geduldig op het startschot. Om exact zeven uur worden eerst de profs weggeschoten door de plaatselijke schutterij. Een kwartiertje later is het dan de beurt aan de eerste age-group atleet. Langzaam schuif ik met de hele meute naar voren. Ondertussen speur ik de natuurlijk tribune aan de zijkant van het water af naar Romy. Vlak voor ik het water in ga, tref ik haar, steek twee duimen de lucht in en lach nog even naar ‘het vogeltje’. Om 7:26 uur is het dan zover en begin ik aan de uitdagende reis door bijna 4 kilometer water en over ruim 222 kilometer asfalt om hopelijk zonder kleerscheuren 12 uur – of zoals een collega mij laatst verbaasd toeriep: “dat is bijna anderhalve werkdag!” – later de finish op de Markt te bereiken.


“Vlak voor ik het water in ga, tref ik haar, steek twee duimen de lucht in en lach nog even naar ‘het vogeltje’.”


De eerste meters doe ik het rustig aan en gelukkig weet ik mijn ademhaling meteen onder controle te krijgen. Toch moet ik na 50 meter alweer even stil gaan liggen omdat er water mijn duikbril inloopt. Ik laat het eruit en zet het brilletje nog eens even opnieuw op en vervolg mijn weg. “Verdorie! Wat schuurt daar nu weer in mijn nek… Ik had er toch juist op gelet dat die klittenband laag genoeg vast werd gemaakt?” denk ik. Ook nu weer hou ik stil en probeer e.e.a. ter herstellen. Na twee keer proberen lukt dat gelukkig. Langzaam verhoog ik mijn snelheid wat en vind een lekker slagritme. Ondanks mijn concentratie probeer ik toch ook bij elke ademteug te genieten van de mensenmassa die aan de oever staat.

Na een paar honderd meter zie ik op de wat hoger gelegen kademuur mijn zus met een groot spandoek staan en heeft Romy alweer een plekje aan de waterkant weten te vinden om een mooie actiefoto te maken. Ik geniet! Langzaam begin ik wat zwemmers in te halen en na het passeren van de Kennedybrug, ik ben dan zo’n 1,5 kilometer op weg, buigen we af om via een zijtak van de rivier naar de achterzijde van het Gourvernement te zwemmen. De plek waar de zogenaamde Australian Exit is gepland; een korte landpassage voor een tijdsmeting.


“…heeft Romy alweer een plekje aan de waterkant weten te vinden om een mooie actiefoto te maken. Ik geniet!”


Omdat het in die zijtak een stuk ondieper is, moet ik regelmatig wat onderwatergroen uit mijn gezicht halen en word het water door de vele arm doorhalen ineens een stuk troebeler. Geholpen door een vrijwilliger kom ik aan land en onder het gejuich van de menigte passeer ik 33 minuten na mijn start de eerste tijdsmeting. De terugweg is echt heerlijk te noemen. Lekker midden op de Maas glij ik mee met de stroming en omdat ik toch stevig door blijf zwemmen schieten de boeien in rap tempo aan mij voorbij. “Help! Ik moet naar de wc… Wat nu?” schiet er ineens door mijn hoofd. Tot vier keer toe haal ik mijn slagtempo flink omlaag en laat de benen stil hangen in de hoop dat ik het in de Maas kan lozen maar helaas lukt dat niet. “Dan toch maar in de wisselzone in de hoop dat daar geen file staat” en ik trek weer aan.


“…en onder het gejuich van de menigte passeer ik 33 minuten na mijn start de eerste tijdsmeting.”


Na ongeveer 3,5 kilometer rond ik de laatste boei om nog even een klein maar venijnig stukje stroomopwaarts te zwemmen. “Jezus, wat is die stroming ineens fors hier!” denk ik en ik moet ineens flink kracht zetten om vooruit te komen. Tot overmaat van ramp krijg ik ook nog net voor we het water uit mogen een flinke kramp in mijn linker kuit. Allerlei gedachten schieten ineens door mijn hoofd: “Nu al?” en “Toch niet einde wedstrijd, hè” en terwijl ik mijn kuitspier probeer te rekken, wordt ik regelmatig overzwommen door andere deelnemers. Toch weet ik enkel minuten later de kant te bereiken en wederom geholpen door een vrijwilliger stap ik na 1 uur en 10 minuten uit het water.

“1 uur, 10 minuten?!” verbaas ik me zelf als ik op mijn horloge kijk, “dat gaat lekker zeg!”. Met een smile van oor tot oor – de kramp van even daarvoor was ik al láng weer vergeten – ren ik naar de 50 meter verderop gelegen wisselzone.


“Met een smile van oor tot oor ren ik naar de 50 meter verderop gelegen wisselzone.”


Eenmaal in de wisselzone begeef ik me dan toch maar eerst even naar het toilet. Gelukkig geen rij en kan ik snel door. Zonder problemen pak ik mijn blauwe wisselzak – ik ken verhalen van atleten die zelfs hun nummer niet meer weten – en loop de omkleedtent binnen. Het wetsuit gaat snel uit en ik neem alleen even wat extra  tijd om mijn linkervoet goed af te drogen en een van mijn tenen nu al van de voor het lopen broodnodige blarenpleister te voorzien. Na ongeveer 7,5 minuut – hier valt wellicht nog wat te winnen – verlaat ik met de fiets aan de hand weer de wisselzone voor de 180 kilometer door het Nederlandse en Belgische heuvellandschap.

180 kilometer fietsen, voeding, heel veel heuveltjes én een tijdstraf!?

Meteen nadat ik op de fiets ben gestapt, begin ik met eten. Ik jaag er meteen een gelletje in en drink al ruim een halve bidon met isotone dorstlesser leeg. De eerstvolgende bevoorrading is immers toch al over 5 kilometer dus daar kan ik al aanvullen. De eerste kilometers lopen nog door de buitenwijken van de stad en is het wat draaien en keren om vervolgens na de eerste bevoorradingspost de stad uit te rijden richting de voet van de eerste klim van de dag, de Geulhemmerberg. Ik rij hem op het kleinste verzet – 36 voor en 32 achter – vrij gemakkelijk naar boven. “Hier win je niks; hier kun je het alleen maar verliezen”, zeg ik in gedachte continu tegen mezelf om ervoor te zorgen dat ik niet te snel in het rood ga. De wedstrijd is immers nog lang, heel lang.


“Na ongeveer 7,5 minuut verlaat ik met de fiets aan de hand weer de wisselzone voor de 180 kilometer door het Nederlandse en Belgische heuvellandschap.”


De volgende kilometers gaan over glooien terrein en onderweg passeer ik de Bemelerberg, een redelijk lopende klim van zo’n 5%, en de niet geclassificeerde maar wel venijnige Keunestraat in Cadier en Keer. Een klim van slechts 200 meter maar wel tegen een 7,5% stijgingspercentage. Ik doe het rustig aan en hou mijn snelheid zo rond de vooraf ingeschatte 30 km/u. Nadat ik een uurtje na de wissel mijn thuisdorp Eijsden ben gepasseerd, rij ik voor het eerste de grens met België over op weg naar de zwaarste klim van de dag, de Hallembaye. Een klim van een kleine kilometer tegen een gemiddeld stijgingspercentage van 9%. Gemiddeld, want er zitten stukjes tussen die de 10% ruim overschrijden.

Ook nu weer schakel ik al aan de voet terug naar het kleinste verzet en peddel hem, aangemoedigd door flink wat volk, redelijk rustig omhoog. Regelmatig haal ik atleten in die zwaar stoempend de pedalen rond proberen te trappen. “Hebben die het parcours nu niet verkend of kiezen ze daar bewust voor” vraag ik me af. Ach ja, ieder zijn eigen manier van rijden nietwaar?

Het vervolg van de lange fietstocht gaat, in tegenstelling tot vorig jaar – toen moesten we nog regelmatig over B-wegen met van die vervelende betonplaten – voor het grootste gedeelte over brede doorgaande wegen. Ook passeren we twee keer een voor de gelegenheid aangelegde fietsbrug; beide knap gemaakte bouwwerken zodat wedstrijd en doorgaand verkeer elkaar niet in de weg zitten. Ik weet mijn snelheid inmiddels flink op te schroeven en ligt het gemiddelde na 50 kilometer al rond de 31,5 km/u.


“Mijn trouwe supporters…”


Dan zie ik ineens rechts van de weg een bord met de aanduiding dat de eerstvolgende penaltytent in aantocht is. “Shit!” denk ik. “Wat moet ik nu doen? Doorrijden of stoppen? Ik weet het niet. Help!”. Een uurtje eerder nl., op de uitloper van de Bemelerberg, hoorde ik nl. ineens een fluitje achter mij. Ik keek om en zag een jurymotor schuin achter mij te zitten met tussen de motor en mij nog een andere deelnemer. “Was dat nu voor mij bedoeld?”, vroeg ik me af en probeerde de situatie in te schatten. Ik reed netjes rechts van de weg en de afstand tot mijn voorganger leek toch ruim voldoende. De jurymotor passeerde en ik zag de official achterop rommelen met zijn kaarten. Niet wetend hoe dat nu in zo’n IRONMAN exact in z’n werk gaat, begon ik enorm te twijfelen of er nu een kaart getrokken was en of die wel of niet voor mij was bedoeld.

Enfin, omdat ik geen DSQ (diskwalificatie) achter mijn naam wil hebben op mijn eerste IRONMAN ooit, besluit ik de penaltytent binnen te rijden in de hoop dat de officials daar mijn nummer al hebben doorgekregen, inclusief de gemaakte overtreding. Niets daarvan is echter waar. Nummers krijgen ze niet door en je bent dus zelf verantwoordelijk om tijdig (de juiste) penalty’s te incasseren. “Welke kaart heb je gekregen?”, vraagt de official. “Geen idee, blauw?” antwoord ik. “Dat is dan 5 minuten stilstaan!” en mijn tijd begint te lopen. “Potverdomme! 5 minuten?!” denk ik, “daar gaat mijn mooie tijd!” en balend als een stekker ‘zit’ ik mijn straf uit.


“Als de teller op mijn horloge net de 4 uur passeert rij ik de klinkertjes van de Markt in Maastricht op.”


Eenmaal weer op weg trek ik even flink door – de beentjes hebben net toch 5 minuten rust gehad – en meteen haal ik weer wat atleten in. Na ongeveer 60 kilometer draai ik voor het eerst de trekweg langs het kanaal op en liggen er een aantal mooie snelle kilometers voor mij. Toch hou ik de snelheid binnen de perken; zo’n 35-38 km/u. Ik passeer vervolgens in Smeermaas de laatste bevoorradingspost op het rondje, neem nog even een verse bidon met sportdrank en zet de gashendel open op weg naar Maastricht.

Als de teller op mijn horloge net de 4 uur passeert – ik heb er op dat moment nog helemaal geen besef van dat ik best goed en boven verwachting bezig ben – rij ik de klinkertjes van de Markt in Maastricht op. Daar staat het lekker vol met supporters en ook Romy, mijn zus en moeder hebben, vergezeld door mijn nicht en haar man, een plekje langs de hekken weten te bemachtigen. Romy probeert oogcontact met me te krijgen en vraagt (non-verbaal) hoe het met me gaat. Ik kijk haar aan en trek een paar gekke bekken, steek mijn tong uit en tover weer die grote glimlach op mijn gezicht. “Verrektes goed dus!” denk ik en ik vervolg mijn weg naar de eerste doorkomst bij de wisselzone.


“Ik kijk haar aan en trek een paar gekke bekken, steek mijn tong uit en tover weer die grote glimlach op mijn gezicht.”


De volgende fietsronde gaat eigenlijk vergelijkbaar de eerste. Ik trap de 4 klimmetjes lekker relaxt omhoog en blijf goed eten en drinken: elk half uur een gelletje en per uur een hele bidon isotone sportdrank. De heuvelzone rond ik qua tijd bijna gelijk als in de eerste ronde en bij het voor een laatste keer opdraaien van de trekweg langs het kanaal besef ik me voor het eerst dat een finish rond de 11 tot 11,5 ineens tot de mogelijkheden behoort. Met de gedachte aan een goede tip dat je beter een kwartiertje langer over het fietsen kunt doen om vervolgens een half uur op de marathon te winnen, besluit ik mezelf af te remmen. Mijn gemiddelde ligt nl. toch al ver boven mijn gedroomde schema – ik had mijn supporters vooraf doorkomst tijden doorgegeven op basis van een droomfinish van 11,5 uur – en de snelheid zal in die laatste vlakke kilometers toch redelijk vanzelf rond de 35 km/u gaan zitten.

42,2 kilometer hardlopen, fantastische sfeer en bijna een DNF

6 uur en 58 minuten na de zwemstart stap ik van de fiets, loop naar mijn plek in de wisselzone, zet de fiets aan het rek, pak mijn rode wisseltas, wissel snel van fiets- naar loopschoenen, pak toch nog even een sanitaire stop en als de klok 7 uur en 2 minuten aangeeft, vertrek ik voor de afsluitende 42,2 kilometer hardlopen door het centrum van Maastricht.


“De eerste kilometers vorderen en ik wordt heel erg blij van de vele supporters lang bijna de hele route; het voelt even als een zegetocht.”


De aanloop gaat over de oude Maasbrug en zonder al te veel moeite – de laatste wedstrijden heb ik sowieso weinig tot geen moeite meer met de wissel van fietsen naar lopen – klinkt er na 5 minuten en 18 seconden op mijn horloge al het signaal van de eerste kilometer. “Oeps! dat is te snel” denk ik, “dat ga ik nooit tot de finish volhouden” en ik probeer mezelf ook nu weer af te remmen. Dat lukt echter niet, want na 2 kilometer zit ik nog steeds op diezelfde kilometertijd. Omdat langzamer lopen op dat moment ook erg onnatuurlijk aanvoelt, besluit ik toch dit tempo maar vast te houden. Ik zit immers toch al ruim onder mijn gedroomde finish van 11,5 uur.

De eerste kilometers vorderen en ik wordt heel erg blij van de vele supporters lang bijna de hele route; het voelt even als een zegetocht. Soms staan ze rijen dik en lekker genietend van drank en spijs. Barbecue luchten blijken zelfs meer regel dan uitzondering.

De eerste keer de enige helling in het loopparcours omhoog gaat vrij gemakkelijk en nog steeds, zij het bewust met kleine stapjes, niet wandelend maar hardlopend. Eenmaal boven pak ik mijn tempo weer op en begin ik te rekenen. “Als ik dit tempo vol hou, zit ik al na de eerste loopronde onder het schema van 11 uur en bouw ik zelfs wat marge op voor het geval ik in de laatste ronde flink moet inleveren” bedenk ik me en dat versterkt op dat moment alleen maar mijn goede gevoel.

Na ongeveer 4 kilometer passeer ik voor het eerst de kroeg aan de voet van de St. Pietersberg. Het is er een drukte van jewelste –  niet voor niks dat het ook door de organisatie wordt gezien als een zogenaamde ‘hotspot’ langs het parcours – en er hangt dus ook een fantastische sfeer. Ook Romy, mijn moeder en zus hebben zich er inmiddels, vergezeld van mijn schoonouders opgesteld en juichen mij toe. “Hoe gaat het?”, vraagt Romy en ik kan vergezeld door het bijbehorende gebaar alleen maar antwoorden: “met twee vingers in de neus!” Ja echt, het gaat op dat moment nog heel erg goed. Van enige vermoeidheid is nog geen sprake.


“Na ongeveer 4 kilometer passeer ik voor het eerst de kroeg aan de voet van de St. Pietersberg.”


Ik vervolg mij weg en bij elke verzorgingspost pak ik netjes een isotone sportdrankje, elk half uur vergezeld door een gelletje. Omdat de temperatuur nu toch wel wat is opgelopen, mis ik ook geen enkele aangereikte spons en knijp die afwisselend boven mijn hoofd en op mijn rug uit. Ik weet dat (voedings)ritme tot halverwege derde ronde vol te houden, ook mijn snelheid is dan nog steeds niet afgenomen, als ik een beetje misselijk begin te worden en wat last van buikpijn krijg. Denkend aan het verhaal van pro-atleet Bas Diederen die vrijdag – wij hadden met onze club een ‘meet- and-greet’ met hem gewonnen – besluit ik over te gaan op alleen water, de gelletjes achterwege te laten en pak ik bij de eerstvolgende drankenpost een bekertje cola om mijn maag wat tot rust te laten komen.

Dat pakt gelukkig goed uit. Zonder al te veel moeite – ja, ik begin op dat moment toch ook wel de vermoeidheid te voelen, vooral op de bovenbeen spieren en mijn snelheid zakt heel langzaam wat weg – bereik ik nog voor het verstrijken van de 10 uur voor een laatste keer de doorkomst bij de finish op de Markt. Mijn gemiddelde pace ligt op dat moment nog op een respectabele 5:41/km en met een inmiddels wat flauwe glimlach begin ik aan mijn laatste rondje.

Langzaam wordt moeilijk. Ik weet dat klimmetje nog wel hardlopend op te komen, maar dan moet ik voor het eerst echt een lang stuk wandelen. Het gaat gewoon even niet meer. Mijn bovenbenen voelen als beton, ik heb enorme dorst, begin wat duizelig te worden en het brand enorm in mijn nek- en bovenrug spieren. “Ik heb suikers nodig!”, schiet er door mijn hoofd en bij de volgende drankenpost hou ik halt. Ik drink op het gemak even twee bekertjes water leeg en ondanks mijn misselijkheid neem ik toch nog een gelletje. Een risico, want het kan op dat moment goed uitpakken en geeft mijn benen nog wat ‘spritz’ om de laatste kilometers hardlopend af te leggen ofwel sta ik over een paar honderd meter brakend langs de kant van de weg en is de wedstrijd over.

Gelukkig is het dat eerste. Soms (lange stukken) wandelend en soms heel langzaam hardlopend gaat het richting de finish. Ik heb op dat moment een zogenaamde sub-11 finish al laten varen, want hey, binnen de gedroomde 11,5 uur finishen gaat me sowieso toch wel lukken. Zo ver is het niet meer. En dan overkomt het me.

En dan zijn er de tranen…

Bij het voor een laatste keer passeren van de oude stadspoort bij het binnengaan van het centrum, zijn daar ineens de tranen en besef ik me ineens dat ik mijn eerste IRONMAN ooit ga finishen. Vol van emotie loop ik de laatste kilometer in en via het O.L. Vrouweplein en Vrijthof gaat het richting de finish op de Markt. Op het Vrijthof is het mijn zus – zij stond samen met de vrijwilligers van onze club bij de laatste drankenpost op het parcours, tevens ook de plek waar je bij elke ronde een kleurenbandje krijgt aangereikt om de afgelegde ronden te tellen – die mij mijn laatste kleurenbandje aanreikt en mij toeschreeuwt: “Je gaat het halen! Je gaat het halen!”.


“Soms (lange stukken) wandelend en soms heel langzaam hardlopend gaat het richting de finish.”


Een paar honderd meter later draai ik voor een laatste keer de Markt op en mag dan eindelijk de rode loper op! Met mijn handen voor de mond en tranen van blijdschap hoor ik door de luidsprekers roepen: “Here he is! Boudewijn Leunissen…”. Ik rek mij op, steek mijn handen met gebalde vuisten in de lucht en onder de woorden: “Boudewijn, You! Are! An IRONMAN!!!” passeer ik even voor half zeven de finish.

Met mijn handen op de knieën en voorovergebogen van vermoeidheid, krijg ik mijn finisher medaille omgehangen. Ik voel mij een beetje duizelig, maar krijg gelukkig meteen van een vrijwilliger – voor insiders: voormalig stadsprins van Maastricht, Odin Wijnhove – een bekertje water aangereikt en een warmtedeken om de schouders. Hij vraagt of het met me gaat en begeleid me vervolgens naar de speciaal daarvoor ingerichte ‘kissing zone’ een eindje verderop. Pas als ik hem verzeker dat ik me weer wat beter voel, laat hij me achter en keert terug naar de finishlijn. In de kissing zone val ik Romy in de armen en breek ik helemaal. “You did it! Je hebt het gedaan en in wat voor een tijd! 11 uur en 10 minuten of zoiets…” roept ze luid, maar het komt op dat moment niet helemaal binnen ik kan alleen maar huilen. Huilen van blijdschap, maar ook gewoon tutti kaputti.


“In de kissing zone val ik Romy in de armen en breek ik helemaal.”


In de ‘athlete’s garden’ neem ik een flink bord macaroni bolognese en lekker koud biertje. Dat laatste smaakt me echte totaal niet en laat het dus staan. Nadat ik even wat ben bijgekomen, haal ik mijn derde ‘wisselzak’ op met daarin wat warme kleding en droge schoenen. Ik kleed me snel om, want koud dat ik het me heb! Voordat ik de athlete’s garden verlaat, besluit ik mijn finisher medaille nog even te laten graveren. Pas daar zie ik op de computer mijn waanzinnige eindtijd van 11 uur, 2 minuten en 5 seconden en ben in een klap al die vermoeidheid vergeten. Totale euforie overheerst ineens maar ook komt heel even die winnaarsmentaliteit van me naar boven en bekruipt me heel even een gevoel van teleurstelling. Want was er die penalty niet geweest, had ik al tijdens mijn eerste IRONMAN, tevens eerste volle triathlon afstand ooit, een sub-11 finish achter mijn naam staan. Gelukkig was dat maar een heel kort besef en keerde de euforie snel weer terug.


“… het ‘Magic hour’ aan de finish…Een ontzettend leuk en gezellig feestje tijdens het binnenloodsen van de laatste deelnemers.”


Na een goed gevulde zak patat met dikke klodders mayonaise en een Radler 2.0 – nog even rustig aan met alcohol – halen Romy en ik mijn spulletjes in de wisselzone op en rijden we per auto naar mijn moeder die niet ver van de finishlocatie woont. Daar wacht een lekkere warme douche en een schone outfit waarna Romy en ik nog even terug het centrum in duiken om aanwezig te zijn bij het ‘Magic hour’ aan de finish. Een ontzettend leuk en gezellig feestje tijdens het binnenloodsen van de laatste deelnemers. Ik geniet volop en laat op dat moment de eerste echte biertjes goed smaken!

Moe maar zeer voldaan rijden we net na middernacht terug naar Eijsden en nadat we nog even samen kort de dag hebben geëvalueerd, val ik rond de klok van 1:00 uur als een blok in slaap.


“…onze club (links) blijkt een podiumplek bij de clubteams te hebben gehaald…”


De day after: finishers party en prijsuitreiking

De volgende ochtend gaat alweer om 9:00 uur de wekker, want het IRONMAN Maastricht weekend is nog niet voorbij. Er wacht ons nog een pastaparty en de prijsuitreiking. De prijsuitreiking waarbij ik zeker aanwezig wil zijn, want onze club blijkt een podiumplek bij de clubteams te hebben gehaald en daarmee een startbewijs voor het Europese clubkampioenschap in Barcelona volgend jaar. Ik laat me de pasta weer goed smaken en geniet van alle feestelijkheden. Ook tref ik Sione en feliciteer haar met haar winst bij de Age-Goupers overall, de snelste zwem- en de snelste looptijd overall. We kletsen nog even wat bij over de wedstrijd en nadat zij haar ticket voor Kona in ontvangst heeft genomen zeggen we elkaar weer gedag, groet ik de nog achtergebleven clubgenoten en laten Romy en ik het lange en ontzettend fijne IRONMAN Maastricht geweld achter ons.

Tja, dit is het dan, het zit erop. Aan een lange reis komt nu een eind. Wat een fantastische dag en wat een geweldig weekend. Ik kan er nog steeds niet over uit. Ik heb genoten van begin tot eind. Van de registratie op donderdagmiddag, de briefing op vrijdag, het mogen zwemmen in die imposante rivier de Maas en de zegetocht door mijn eigen stad Maastricht op zondag en uiteraard de afsluitende prijsuitreiking op maandag. Heel indrukwekkend vond ik ook alle support. Vooraf natuurlijk al de vele berichtjes om mij succes te wensen, maar vooral ook na de wedstrijd toen mijn whatsapp en Facebook bijna ontplofte met alle felicitaties en mooie woorden.

Ik ga nog even lekker nagenieten, twee weekjes herstellen en dan pakken we snel de draad weer op. Op naar nieuwe successen, te beginnen op de halve triathlon van Damme (B) nabij Brugge op zaterdag 16 september a.s.. Zou ik dit kunstje daar nog eens kunnen herhalen? We gaan het zien. I’ll keep you posted!

Wil jij jezelf ook verrassen tijdens jóuw eerste lange afstand? Als (inmiddels) NTB gediplomeerd coach help ik je daar graag bij. Laten we daarom snel eens kennismaken tijdens een gratis en geheel vrijblijvende 30 minuten call!.


“Mijn allergrootste fan, trouwste supporter, steun en toeverlaat. Lieve schat, zonder jou was dit nooit mogelijk geweest. Merci!”

“Zonder vrijwilligers, toevallig familie, geen wedstrijd!”

Wedstrijddeelname mede mogelijk gemaakt door: Triathlonaccessoires.nl en BTTLNS Perform like a Battalyan